Met de levensloopregeling kunt u een gedeelte van uw bruto salaris sparen om in de toekomst een periode van onbetaald verlof te financieren. Alle werknemers komen hiervoor in aanmerking, en mag zovaak gebruikt worden als u maar wilt. Het tegoed kan namelijk steeds weer aangevuld worden.
Voor elke vorm van verlof is de levensloopregeling beschikbaar.
- Langdurend zorgverlof
- Sabbatical
- Ouderschapsverlof
- Educatief verlof
- Overig onbetaald verlof
- Verlof voorafgaand aan het pensioen
Uw werkgever is niet verplicht hier een bijdrage aan te leveren, maar dit is wel mogelijk.
Hoe?
Als u aan een levensloopregeling deelneemt, dan wordt er van uw bruto loon een bedrag in gehouden. Dit bedrag wordt apart op een spaarrekening gestort die op uw naam staat of als premie voor ‘levensloopregeling’ bij een verzekeraar, bank of dochter van een pensioenfonds. Waar dit bedrag onder gebracht wordt mag u helemaal zelf weten. Hiervan is het voordeel dat als u van werkgever verandert, u de rekening gewoon kunt aanhouden.
- Indien u wilt, kan in overleg met uw werkgever gespaarde tijd, bovenwettelijke vakantiedagen, overwerkuren of adv-dagen omgezet worden in geld. Dit kan ook op uw levenslooprekening gestort worden.
- U kunt per jaar maximaal 12% sparen van uw bruto jaarloon. Het maximum toegestane spaarbedrag is 210% van uw bruto jaarloon.
Gespaarde tijd
In overleg met u kan een werknemer ook gespaarde tijd omzetten in geld. Het gaan dan bijvoorbeeld om extra vakantiedagen, overwerkuren en adv-dagen. Het bedrag wordt op zijn levenslooprekening gestort. Wettelijke vakantiedagen kunnen niet worden omgezet in geld.
Maximaal
Per jaar kan een werknemer maximaal 12% van zijn brutoloon sparn. In totaal mag hij maximaal 210% van zijn bruto jaarloon sparen.
Rekenvoorbeelden
- Na twee jaar twaalf procent van het brutoloon sparen kan iemand drie maanden verlof financieren tegen honderd procent van het salaris.
- Wie tijdens zijn verlof genoegen neemt met 70% van zijn inkomen, kan na bijna 6 jaar sparen 52 weken verlof financieren
Belasting- en premieheffing
Een werknemer spaart belastingvrij. Pas als hij geld opneemt, betaald hij loonbelasting en de inkomensafhankelijke bijdrage voor zijn zorgverzekering. Over de inleg op de levensloopregeling worden wel de premies voor de werknemersverzekeringen ingehouden. Hierdoor heeft de levensloopregeling geen gevolgen voor WW-uitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering.