Belastingstelsel

Onderdelen

Algemeen Box 1 Werk & woning Box 2 Belangen
Box 3 Sparen en beleggen

ALGEMEEN

belastingenIn het Nederlandse belastingstelsel worden de diverse inkomsten ondergebracht in 3 verschillende boxen. De belastingtarieven hiervoor verschillen per box:

Box 1: Inkomen uit werk en woning (tarief 33,50% tot 52%)
In box 1 wordt uw inkomen uit arbeid, uitkering, pensioen, onderneming en de eigen woning belast.

Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang (tarief 25%)
Box 2 belast uw inkomen uit aanmerkelijk belang. Iemand heeft een aanmerkelijk belang als hij tenminste 5% van de aandelen van een B.V. of N.V. heeft.

Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen (tarief 1,2%)
In box 3 vindt belastingheffing plaats over uw netto vermogen. Het netto vermogen bestaat uit het aantal bezittingen minus het aantal schulden. Over de inkomsten die u verkrijgt uit uw vermogen betaald u 1,2%. Bij dit percentage gaat de overheid ervan uit dat u minimaal 4% rendement maakt. Van deze 4% vraagt de overheid dan 30% wat inhoudt dat het 1,2% van het totaal is.

BOX 1. INKOMEN UIT WERK EN WONING (33,50 tot 52%)

In box 1 zitten de volgende inkomsten:

  • Salaris, pensioen, sociale uitkering, auto van de zaak
  • Winst uit onderneming
  • Resultaat uit overige werkzaamheden
  • Eigen woning forfait
  • Terug ontvangen premies voor lijfrenten

Ontvangen alimentatie en andere periodieke uitkeringen

De bijbehorende BTW-tarieven:

Belastbaar inkomen Tarief 
t/m € 17,878 33,50%
t/m € 32.127 42,00%
t/m € 54.776 42,00%
vanaf € 54.776 52,00%

Aftrekbare posten zijn:

  • Reisaftrek openbaar vervoer
  • Aftrekposten van uw eigen woning
  • Uitgaven voor inkomensvoorzieningen

Persoonlijke aftrekposten:

  • Alimentatie en andere onderhoudsverplichtingen
  • Levensonderhoud van kinderen onder de 30 jaar
  • Ziektenkosten of andere buitengewone uitgaven
  • Weekendbezoek gehandicapt kind
  • Studiekosten of andere scholingsuitgaven
  • Kosten rijksmonumentenpand
  • Kwijtgescholden durfkapitaal
  • Restant persoonsgebonden aftrek

BOX 2. INKOMEN UIT AANMERKELIJK BELANG (25%)

Heeft u een aanmerkelijk belang in een vennootschap of coöperatie, dan moet u het financiële voordeel daarvan aangeven. U kunt 2 soorten belastbare voordelen hebben, namelijk reguliere voordelen zoals dividend en vervreemdingsvoordelen zoals verkoopwinst op de aandelen. U heeft een aanmerkelijk belang als u, samen met uw eventuele fiscale partner, direct of indirect minimaal 5% heeft van:

  • de winstbewijzen of van (ook per soort) de aandelen in een binnen- of buitenlandse vennootschap; of
  • de genotsrechten van (ook per soort) de winstbewijzen of aandelen in een binnen- of buitenlandse vennootschap; of
  • het stemrecht in een coöperatie of vereniging op coöperatieve grondslag.

U heeft ook een aanmerkelijk belang als u – samen met uw eventuele fiscale partner – opties heeft om minimaal 5% van de aandelen (ook per soort) in een binnenlandse of buitenlandse vennootschap te verwerven.

Voor het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang geldt een vast tarief van 25%.

Let op!
Alleen de bovengenoemde inkomsten vallen in box 2. Als u bijvoorbeeld ook een salaris ontvangt van de B.V. of N.V., dan wordt dit salaris in box 1 belast.

BOX 3. INKOMEN UIT SPAREN EN BELEGGEN (1,2%)

U betaalt belasting over een vast rendement op uw vermogen. Dit vaste rendement wordt berekend over de gemiddelde waarde van uw bezittingen min schulden (de zogenoemde rendementsgrondslag).

U betaalt pas belasting als deze waarde boven een heffingvrij vermogen uitkomt. De werkelijke inkomsten, bijvoorbeeld de huuropbrengst of het dividend op uw aandelen, hoeft u dus niet aan te geven. Verder mag u werkelijke kosten, zoals betaalde rente, niet aftrekken.

Heffingsvrij vermogen

Voor iedereen geldt in box 3 een heffingvrij vermogen. Is de gemiddelde rendementsgrondslag niet hoger dan € 20.661, dan is het vermogen helemaal belastingvrij. De gemiddelde rendementsgrondslag is de gemiddelde waarde van uw bezittingen min uw schulden op 1 januari en op 31 december.

Als de gemiddelde rendementsgrondslag wel hoger is dan dit bedrag, dan telt alleen het deel boven de vrijstelling mee voor de belasting in box 3. Als u heel 2005 een fiscale partner heeft, dan kunt u het heffingvrije vermogen aan elkaar overdragen. Voor de één is dan het heffingvrij vermogen € 41.322 (€ 20.661+ € 20.661) en voor de ander € 0.

Bent u 65 jaar of ouder of heeft u minderjarige kinderen, dan kan uw heffingvrije vermogen hoger zijn.

Berekening van de belasting

Om de belasting in box 3 te berekenen, neemt u de gemiddelde waarde van uw bezittingen min uw schulden en vermindert die met uw heffingvrij vermogen. Dit is de grondslag voor de berekening van het inkomen uit sparen en beleggen. Over dit bedrag wordt een vast rendement van 4% berekend: het inkomen uit sparen en beleggen. Over het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen bent u 30% belasting verschuldigd.

Heel veel mensen stellen zich vaak niet helemaal onterecht waarom we zoveel belastingen betalen – maar hopelijk kan je nu toch al iets beter volgen hoe het stelsel in Nederland in elkaar zit.